‘Mijn eigen klasje, de hele dag lang’

Twan Kemp werkt sinds augustus 2020 als onderwijsondersteuner in groep 4 van Het Hofpark in Apeldoorn. Twan werkte al eerder in het (voortgezet) speciaal onderwijs, maar toen als gymdocent.

‘Bij mij in de klas zit een ventje van acht jaar oud. Vorig jaar was lastig voor hem. Hij vond geen aansluiting bij de andere leerlingen en kreeg gedurende het jaar ook nog eens een andere juf. Hij huilde onderweg naar school, had vaak buikpijn in de klas. Dit jaar heeft hij andere klasgenootjes, die net wat jonger zijn dan hij. Dat was precies wat hij nodig had, zien we nu: hij lacht weer, durft mij in de maling te nemen, en hij kan niet wachten tot hij na de quarantaine weer gewoon naar school kan. Dan kan ik alleen maar denken: dat doen we zó goed!

Blauw-blok_band-opbouwen.jpg

Supermooi

Tegelijkertijd: kom hier niet werken met het idee dat je een kind volledig ander gedrag kunt aanleren, zodat het uiteindelijk kan doorstromen naar het regulier onderwijs. Supermooi als dat lukt, maar lang niet iedere leerling ontwikkelt zijn niveau of gedrag in die mate. Dus ja: natuurlijk kijken de leraar en ik waar de verbeterkansen liggen en stellen we doelen voor een kind, maar we kunnen een kind niet ‘heel’ maken. Wat we wél kunnen, is duidelijkheid en structuur bieden, en kennis en vaardigheden overbrengen die hen hopelijk bijblijven.  

  

Verkocht

En voor ik verkeerd begrepen word: ik vind mijn werk geweldig, dat is al zo vanaf dag één. Voor mijn opleiding tot gymdocent moest ik drie dagen meekijken in het speciaal onderwijs. Ik was meteen verkocht. Het is minder massaal en meer op maat dan op een reguliere school: meer ruimte voor de pedagogische aspecten van lesgeven, iedere dag onverwachte scenario’s, steeds weer zoeken naar oplossingen voor problemen - en soms ontdekken dat ik zélf het probleem ben, maar daarover straks meer.


Op de gang

Deze kinderen zijn sneller gefrustreerd, gooien eerder met spullen en kunnen zelfs echt agressief worden. Het is dus zaak om hen zo snel mogelijk te leren kennen en te ontdekken wat er speelt in hun leven. Hoe beter de leraar en ik weten waar de triggers zitten, hoe meer de leerlingen ons vertrouwen, hoe beter we ieder van hen op de rit houden. Eén van de jongetjes heeft bijvoorbeeld iedere ochtend moeite om de klas binnen te komen. Inmiddels weten we dat hij vanzelf bijdraait als we hem even op de gang laten zitten. Bij de dagstart loopt hij dan alsnog naar zijn plek, zonder gedoe, gewoon omdat we hem wat ruimte geven.


Rode lap

Bij andere kinderen moet je juist directief zijn, heel duidelijk zeggen; daar ligt de grens en daar mag je niet overheen. Soms accepteert een leerling niet dat ik hem of haar ergens op aanspreek. En dan ben ik ineens zélf het probleem: ik werk dan als een rode lap op een stier. Mijn collega neemt het dan over, zoals ik het van haar overneem als zij de rode lap is. Als de rust wedergekeerd is, kom ik er altijd op terug bij de leerling: even doorspreken wat er net nou gebeurde, en een ‘sorry, meester’ krijgen.


Hoe gaaf

Mijn werk als gymdocent was ook erg leuk, maar als groepsondersteuner ontdek en ervaar ik een andere rol. Ik heb nu mijn eigen klasje, de hele dag lang. Dat trekt de balans tussen didactiek en pedagogiek meer in evenwicht – een mooie nieuwe kans om een groep kinderen-met-een-uitdaging onderwijs te bieden op een plek waar ze zich vertrouwd, veilig en begrepen voelen!’  

Bekijk onze vacatures

In de reeks verhalen 'Ik ben een onderwijsspecialist' vertelt een onderwijsspecialist wat zijn of haar baan speciaal maakt. Deze keer vertelt Twan over ruimte om een band op te bouwen met leerlingen.

Meer verhalen