Inclusieve samenwerking in Deventer: De Linde so & De Wizard
Steeds meer scholen zoeken samenwerkingsmogelijkheden tussen speciaal en regulier onderwijs. In Deventer is een succesvolle pilot gestart, waarbij leerlingen uit speciaal onderwijs een dag per week les krijgen op een reguliere basisschool. Hierdoor kunnen zij dichter bij huis naar school én het is goed voor hun sociale ontwikkeling. Vier betrokkenen vertellen hoe zij de samenwerking ervaren.
Praktische oplossing voor groeiend probleem
Directeur Robbert Schutte van De Linde so ziet al een tijd dat zijn school vol is. “We hebben simpelweg geen plek voor nieuwe leerlingen. Tegelijkertijd moeten veel van onze kinderen ver reizen om op school te komen. Sommige leerlingen zitten dagelijks een half uur in een taxibusje. We willen het liefst dat kinderen in hun eigen wijk naar school kunnen.” Hij bekeek of sommige leerlingen deels konden meedraaien op een reguliere school. “We hebben goed gekeken welke kinderen sociaal-emotioneel sterk genoeg zijn voor een grotere klas. Dat is niet voor ieder kind geschikt, maar voor sommigen biedt het kansen.”
Robbert legde zijn plan voor aan Janneke van Loon, directeur van OBS De Wizard in Deventer-Oost. Zij was enthousiast, maar merkte dat niet iedereen in het team er meteen hetzelfde over dacht. “Sommige collega’s vonden het spannend en maakten zich zorgen over de impact op de dynamiek van de groep. Daarom is belangrijk om goed te kijken welke leerlingen in welke groepen terechtkomen, omdat niet elke klas de juiste plek is.”
Klein begin met goede begeleiding
Sinds de herfstvakantie gaan drie leerlingen van De Linde wekelijks één dag naar De Wizard: twee bij groep 3 en een bij de kleuters. Leerkracht Katja van der Linden gaat mee als begeleider vanuit De Linde. “Overstappen naar een andere school is een bijzondere en intensieve ervaring”, vertelt Katja. “Ouders waren echter direct enthousiast en stonden open voor de verandering. Voor de leerlingen is het afhankelijk van hun persoonlijke situatie. Sommige kinderen vinden het spannend, terwijl anderen er blijmoedig mee omgaan.”
Leerkrachten Gwen van den Berg en Linda Meijerink van De Wizard durfden het aan om de leerlingen erbij te krijgen in de klas, maar vonden het ook spannend. “We wisten niet goed wat we konden verwachten”, vertelt Gwen. “Toch waren we ook nieuwsgierig: wat gaat het brengen? Nu zijn we een aantal maanden verder. De samenwerking met Katja loopt goed, de kinderen hebben een plekje gekregen in de klas en de leerlingen leggen steeds meer leuke contacten. Daar worden wij dan weer blij van, want dit was een van de redenen om dit te willen doen.”
Positieve gevolgen zijn wederzijds
De samenwerking had al snel positieve gevolgen, zag Robbert. “Ouders zijn blij en de kinderen gaan met plezier naar school. Dat is een goed teken.” Een van de leerlingen ging eerst met een taxi naar een specialistische BSO, maar is overgestapt naar een reguliere BSO bij De Wizard. Katja: “Hij draait daar nu probleemloos mee en maakt vriendjes. Dat is echt winst.”
Ook de leerlingen op De Wizard profiteren van de samenwerking, vult Janneke aan. “Ze leren omgaan met verschillen, ook als die groter zijn. We zijn diverse initiatieven gestart om de groepen van de drie Linde-leerlingen te verbinden met hun groepen op De Wizard, zoals heen en weer vloggen en elkaar kaartjes schrijven. Zo bereiken we met dit kleinschalige project een grote groep leerlingen en dat is heel waardevol!”
Goede communicatie is essentieel
Volgens Robbert is het goed om voorzichtig te starten. “Begin klein en kijk wat werkt. Meteen meerdere dagen per week met tien kinderen is te veel. Nu kunnen we het goed monitoren en eventueel bijsturen.” Ook goede communicatie met ouders en leerkrachten is essentieel. Robbert: “We evalueren regelmatig en blijven in gesprek. Ouders vinden het spannend, maar ze willen vaak ook graag dat hun kind zo veel mogelijk meedraait in een reguliere omgeving.”
Janneke deelt de visie van goede communicatie. “We hebben alle ouders op tijd laten weten dat we hiermee beginnen in twee groepen, als kleinschalig experiment. Dit ging goed; er kwamen geen vragen en we kregen alleen maar positieve berichten van ouders die het heel goed vinden dat we dit doen.”
Uitdagingen en toekomstplannen
Hoewel de pilot succesvol is, zijn er ook uitdagingen. “Een leerkracht voor drie kinderen is kostbaar”, geeft Robbert toe. “Gelukkig heeft het samenwerkingsverband subsidie vrijgemaakt om dit mogelijk te maken. Verder vraagt het lef van reguliere scholen. Je moet durven investeren in deze kinderen en de begeleiding die ze nodig hebben.” Janneke ziet vooral een praktische uitdaging: het vinden van voldoende tijd om elkaar als team te treffen. “De leerkrachten zijn bij elkaar op school geweest en we hebben periodiek overleg. Ik zou elkaar graag vaker zien.”
De interesse in de aanpak groeit. Andere scholen in Deventer hebben aangegeven dat ze hier ook mee aan de slag willen. “Op termijn hopen we dat steeds meer kinderen in hun eigen wijk naar school kunnen”, zegt Robbert. De Linde heeft veel expertise in huis om te kunnen voldoen aan de juiste ondersteuningsbehoefte. “Leerkrachten uit het regulier onderwijs kunnen bij ons terecht voor specialistische kennis en ervaring. Zo kunnen zij ook leren hoe ze deze kinderen het beste kunnen begeleiden.”
Ook Janneke ziet kansen en mogelijkheden: “Ik zou het aantal leerlingen graag uitbreiden naar zes of meer, of het aantal dagen vergroten. Ook wil ik de samenwerking met De Linde verder uitbouwen, want die verloopt goed. Om deze aanpak succesvol te maken, moet je denken in mogelijkheden. Niet alle vragen hoeven vooraf te worden beantwoord; begin gewoon. Soms zal iets niet direct werken. Zoek dan een oplossing of durf ermee te stoppen. Ook dat vraagt lef.”